Jan van den Hogen 5 september 2018

Uîs Jan, zomoar weg!

Zaterdag 1 september jl. zijn we nog met z’n allen naar Spakenburg geweest voor een geweldige dag (zie de NIVO van vorige week en onze website). Euforische stemming bij alle corpsleden zo vlak voor kermis. Woensdagavond gaat de telefoon. “Ik oor dat uîs Jan dood is”. “Nai, dat ken niet!” Een paar belletjes later blijkt het toch wel echt waar te zijn. Zomaar, Jan van den Hogen, op 61-jarige leeftijd, einde oefening.

Je wilt met je mede corpsleden tot in de eeuwigheid met die fantastische vereniging blijven spelen, maar je weet dat dat niet kan. Op enig moment komt dat onvermijdelijke tijdstip dat een lid weg gaat vallen, maar dan zijn ze dik in de 80, ga je vanuit. Niet 61, dat staat niet in ons draaiboek. Toch is het zo. Een mokerslag voor iedereen die hem gekend heeft.

Jan, een corpsman in hart en nieren. Muziek was zijn leven, net als z’n boot en z’n gezin. Zijn dochter Gudy was zijn grootste fan. Ik denk dat ze duizenden foto’s van hem heeft die ze tijdens onze concerten heeft gemaakt. Dat was nog wel eens een dilemma, als voormelde zaken per ongeluk samenvielen. Je kon altijd op hem rekenen, maar soms stond hij voor een lastige keuze. Als er wat gedaan moest worden, stond Jan klaar, ook met goeie adviezen. “Komt helemaal goed” was een typische uitspraak van hem. Hij straalde altijd rust en vertrouwen uit. En natuurlijk kwam het ook altijd goed.

Jan is zo’n 35 jaar lid geweest van het corps. Daarvan is hij 9 jaar voorzitter geweest, van 2007 tot en met augustus 2015. Dat deed hij op geheel eigen wijze. Hij had de gave om op een humoristische manier dingen naar voren te brengen. Dat deed hij niet alleen op de sokkel, maar ook achter zijn saxofoon in het corps. Als iemand wat zei en Jan kon er een schuine draai aan geven, dan liet hij die kans zeker niet voorbij gaan. Met een smalende glimlach kon hij dan genieten van de reactie van zijn (voornamelijk vrouwelijke) medecorpsleden die om hem heen zaten. Bijvoorbeeld als de dirigent uitweidde over dat je als muzikant in een bepaald stuk moet opbouwen tot een hoogtepunt. In de muziek dan welteverstaan, maar Jan boog dan iets naar voren en zei dan zachtjes tegen zijn buurvrouw van 17: “Oor je dat?” De reactie kan je natuurlijk wel raden en de hele voorste rij van het corps was dan een paar minuten niet in staat om te spelen. Of tijdens het studieweekend in Groesbeek, waar op de voordeur van ons onderkomen een plaatje zat met daarop “TREKKEN”. Daar had Jan een sticker achter geplakt waarop hij had geschreven “KRENG”. De gezichten van het stel wat het huis even kwam bekijken voor een familiebijeenkomst sprak boekdelen. Voor dit stukje hebben we van de leden input gevraagd. Het antwoord was “we weten genoeg, maar dat kan niet gepubliceerd worden”.

Die vrouwelijke mede corpsleden waren ook nog wel een dingetje. Jan hield van vrouwelijk schoon, en als de dames dan in de zomer iets luchtiger gekleed gingen, of aan de bar iets te loslippig werden over een bepaald onderwerp, pakte hij z’n glas bier, schudde het heen en weer en merkte dan op “gelukkig heb ik een onnoemelijke zelfbeheersing”. Daar zaten ze natuurlijk op te wachten.

Hij beheerste zijn instrument tot in de puntjes, speelde soms met een Amsterdams accent (wat de dirigent meteen de kop indrukte), en ging geen partij uit de weg. Veel nootjes kon hij waarderen, dat was een uitdaging. Als hij het dan tot een goed einde bracht, hoorde je “hur hur hur”, zijn bronstige lachje. Dat gaan we dus niet meer horen. Dat geldt ook voor de tekst die hij altijd luid meezong in de mars “Plankendael”. Waarschijnlijk zelf bedacht, maar dat weten we niet zeker. We hebben het helaas niet opgeschreven.

Jan was ook actief als saxofonist in diverse bands en gelegenheidsprojecten. Zo was hij vast lid van de Top2000-band. Onlangs heeft hij nog de Lennart Cohen Tribute gedaan en 2 jaar op rij het concert met BZN’66 in de PX. Dat vond hij een leuke afwisseling op z’n corpsleven.

Het mag helaas niet langer meer zo zijn. Wat zullen we deze man gaan missen. Dat staat vast, zowel zijn humor, zijn spel, zijn enthousiasme, als gewoon zijn aanwezigheid, warmte en gezelligheid. Het hoekje aan de bar zal voor altijd leeg blijven. Geen shagje meer roken op de trap van het Cultureel Centrum. Het zal nooit meer hetzelfde zijn.

Jan, dank voor alles wat we met je mee hebben kunnen en mogen maken. Een herinnering voor het leven. Tot ooit in het Hemelse corps waar je nu met je maat de Kippendokter de saxofoonsectie onveilig kan gaan maken.

Fanfarecorps Wilhelmina