Afgelopen week bereikt ons het trieste nieuws dat oud-corpslid Jan Veerman (Body) is overleden.
Jan is zo’n 34 jaar lid geweest van het fanfarecorps. In 1965 is hij lid geworden en heeft al die jaren op baritonsaxofoon gespeeld. Vanaf dat Dick Bien lid werd (1977) tot de datum waarop Jan noodgedwongen moest stoppen (1999) hebben ze samen op de baritonsaxofoon gespeeld. Hij droeg het corps een warm hart toe en was ook altijd op alle repetities en optredens aanwezig. De laatste 10 jaar, van 1989 tot en met 1999 was Jan tevens bestuurslid en vice-voorzitter van het corps. In 1999 sloeg het noodlot echter voor de eerste keer toe en werd hij getroffen door hartfalen. Hij overleefde dit, maar hield daar als gevolg aan over dat hij niet meer het geluid (volume) van al die instrumenten kon verdragen. Hij moest daarom noodgedwongen zijn deelname aan het corps opgeven.
Jan was een karakteristiek figuur in het corps. Hij kon praten als de beste en als er ergens sensatie te beleven viel dan zat Jan in z’n knollentuin. Dan kon je hem buiten horen lachen. Hij schroomde ook niet om dan nog een extra beetje olie op het vuur te gooien. Hij kon smakelijk verhalen over belevenissen die hij met het corps heeft meegemaakt. Eén van die verhalen is bijvoorbeeld ons Volendamweekendje op kazerne Seedorf in Duitsland. In 1998 mochten we daar geheel verzorgd naartoe op uitnodiging van Defensie. De Kaaskapel, het Volendams Vocaal Ensemble en de Volendammer Volksdansgroep gingen met ons mee. Op de kazerne mochten we overnachten in kamers van soldaten die dat weekend op verlof waren. Jan werd met z’n zoon Johan ingedeeld in een mooie kamer en Jan trof het natuurlijk dat de hele badkamer was behangen met vrouwelijk schoon. Niet geheel toevallig kwamen alle mannelijke leden even buurten bij Jan en Johan om te kijken hoe ze erbij zaten. En dan had hij een schik. Dat vond hij prachtig.
De bestuursvergaderingen met Jan waren legendarisch. Op dat moment niet altijd voor alle bestuursleden overigens, want vaak waren na 3 uur vergaderen slechts 3 van de 10 punten aan bod gekomen en stond er bij die 3 punten als conclusie “komen we volgende keer nog even op terug”. Jan kon monologen houden van 10 tot 15 minuten als hij ergens een mening over had. En als een ander bestuurslid het daar dan niet mee eens was, kon daar best nog een monoloog van 10 minuten achteraan komen met een betoog waarom dat andere bestuurslid het verkeerd zag. En als er tegenstellingen in het bestuur waren, was Jan niet te beroerd om de “zwakkere partij” even een handje te helpen. We vroegen ons wel eens af of hij dat soms niet expres deed om een levendige discussie aan te wakkeren, of de boel gewoon even een beetje op stang te jagen. Even sensatie in de tent. Hij nam in de discussie ook vaak een zijweg en kwam dan met de nodige anekdotes uit het verleden. Lachen en erg gezellig natuurlijk, maar het bevorderde niet altijd de voortgang van de vergaderingen. Achteraf hebben we er wel hele goeie herinneringen aan. Het maakte hem toch tot één van de spraakmakende figuren uit de corpsgeschiedenis.
We herinneren Jan als een heel betrokken lid van de vereniging. Die monologen kwamen daar ook uit voort. Hij vond een bepaalde richting het beste voor het corps en ging er dan ook voor om zijn punt te maken. Tekenend daarvoor is ook dat hij na zijn gedwongen terugtreding op de eerstvolgende ledenvergadering een vurig pleidooi kwam houden dat we vooral het Cultureel Centrum moesten behouden als onze thuisbasis. Dat was belangrijk voor het behoud van het corps.
Jan is 20 jaar geleden gestopt met spelen, maar de leden die hem nog hebben meegemaakt bewaren warme herinneringen aan hem.
We wensen zijn vrouw, kinderen en familieleden heel veel sterkte met dit grote verlies.
Fanfarecorps Wilhelmina